Werk jij in een integraal kindcentrum of Brede school? Dan heb je een mooie kans voor groepsdoorbroken yogalessen te geven aan peuters en kleuters! Spelend en bewegend verkennen zij de wereld. Met een yogaverhaal sluit je hier bij aan. Benieuwd hoe je een yogales kan voorbereiden? Lees dan zeker verder!
Kies als eerst een hoofdpersoon voor het verhaal, kies een die prikkelend is voor de kinderen. Bedenk vervolgens een algemeen verloop van het verhaal en zoek hier passende yogahouding bij. Zorg ook dat er ruimte is voor de ideeën van de kinderen, dit bevordert hun betrokkenheid en enthousiasme.
Het is handig om de verhalen vooraf uit te werken zodat je tijdens de activiteit zelf ook mee kan doen met de yogaposes. Zorg dat je bij de introductie kan afwisselen tussen een actieve en ontspannende oefening, kijk wat de groep fijn vindt. Rond het verhaal af met ontspannende oefening.
Dit artikel heb ik geschreven met behulp van het boek Yoga voor peuters en kleuters van Marjolein Smit. Wil je liever nog even geld uitgeven? Dan kan je ook een gratis e-boek bekijken van Helen: Dierenyoga
Heb je liever dat iemand met je team de yogaverhalen komt schrijven? Stuur dan een mailtje naar laura@leerkriebels.nl!
Groetjes,
Laura
Bedenk jouw yogaverhaal met deze zes stappen!
De aandacht van jonge kinderen kan je goed grijpen met een spannend verhaal vol fantasie. Op het moment dat de kinderen hier ook bij mogen bewegen heb je hen al helemaal te pakken. In zes stappen kan je zelf een yogaverhaal bedenken, bij elk thema en onderwerp!
Elk verhaal heeft een begin, een middenstuk en een einde. Dat is niet anders bij een yogaverhaal. Hierin kun je goed een passende introductie en een een rustige afronding verwerken. Zo geef je de kinderen een moment even om te schakelen.
Zijn de kinderen door het dolle heen? Zorg dan voor een eerste ontlading en een beweeglijke introductie. Komt de groep al rustig binnen, dan kun je starten met een ontspanningsoefening.
Stap 1. Bedenk een hoofdpersonage
De eerste stap is een hoofdpersoon kiezen. Dit kan een dier, superheld of een fantasiewezen zijn. Probeer een aansprekend hoofdpersonage te kiezen waar jonge kinderen zich mee identificeren.
Bij deze eerste stap kan je ook al heel goed een koppeling maken met het gewenste thema. Kies bijvoorbeeld bij een thema rondom de lente, voor een zaadje of een kalfje als hoofdpersonage.
Stap 2. Wat wil de hoofdpersoon?
Op het moment dat je een hoofdpersoon hebt gekozen kan je vervolgens bedenken welk proces hij of zij doormaakt. Je kan dit omschrijven als een wens of een droom.
Stel je hebt gekozen voor een zaadje als hoofdpersonage, dan wil dit zaadje misschien wel een mooie bloem of een stevige boom worden.
Wat de hoofdpersoon wil, hoeft niet altijd een diepgaand doel te zijn. Misschien gaat jouw verhaal wel over een koe en een kalfje, die even een wandeling willen maken door de wei.
Stap 3. Waarom wil de hoofdpersoon dit?
Door aandacht te geven aan de achterliggende motivatie van de wens of droom van de hoofdpersonage kunnen de kinderen zich nog meer inleven. Misschien wil het zaadje wel een grote en sterke boom worden zodat hij een huis kan zijn voor vogels en apen.
Of misschien willen de koe en het kalfje even wandelen, omdat het kalfje nog wat wankel is op z’n pootjes. Of omdat het kalfje een nieuw vriendje zoekt om mee te spelen.
Probeer de why van de hoofdpersoon aan te laten sluiten bij de belevingswereld van de peuters en kleuters in jouw groep.
Stap 4. Wat komt de hoofdpersoon onderweg tegen?
Met deze vraag kun je een beetje spanning in het verhaal brengen. Welke uitdagingen komen op zijn of haar pad? Zijn er momenten dat hij of zij echt even moet doorzetten of om hulp moet vragen? Zoals je merkt kan je in een yogaverhaal elementen en oefeningen verwerken die gericht zijn op een groei-mindset.
In het geval van het groeiende zaadje, kan het flink gaan waaien en heeft het zaadje moeite om stevig te blijven staan. Of misschien is er wel een vogeltje dat het zaadje oppakt en meeneemt… Onderweg ziet het zaadje van alles voorbij komen.
Of misschien komen de koe en het kalfje verschillende dieren tegen tijdens de wandeling. Of een heel dik varkentje dat zei ‘geef dat kalfje maar aan mij!’.
Bij alle dingen, dieren en uitdagingen die zij onderweg tegenkomen kan je een nieuwe yogahouding bedenken. In dit stuk van het verhaal kan je ook mooi ruimte creëren voor de ideeën van de kinderen.
Stap 5. Hoe loopt het verhaal af?
Het is prettig om het verhaal een rustig einde te geven. Dit helpt de kinderen om de overgang te maken van de fantasiewereld naar de realiteit. Door het verhaal af te sluiten met een rustige houding, kunnen de kinderen ook even een momentje voor zichzelf nemen.
Misschien is het zaadje uitgegroeid tot een stevige boom en begint de cyclus weer opnieuw met een een nieuw zaadje. Of misschien gaat het kalfje na het hele avontuur lekker naar de stal om te slapen.
Stap 6. Welke yogahoudingen passen bij het verhaal?
Heb je eenmaal een verhaal bedacht, dan kan je deze koppelen aan yogahoudingen. Persoonlijk merk ik dat er een soort wisselwerking ontstaat, soms bedenk ik eerst een verhaal en zoek ik daarna de houdingen erbij. Een andere keer kies ik eerst de houdingen en bedenk daar vervolgens een context en verhaal bij.
Wat mij ontzettend helpt bij het bedenken van een verhaal zijn de Peuteryogakaarten van Helen Purperhart. Deze kaarten zijn ook heel goed te gebruiken voor kleuters! Op de kaarten staat een uitleg van de houding en is de houding uitgetekend. Ik leg de kaarten vaak op volgorde neer, zo heb ik gelijk een goede houvast voor mijn les.
Je kan kinderen ook vragen om de kaarten om te draaien, om zo samen te ontdekken wie of wat we tegenkomen in het verhaal.
Vijf tips voor een geslaagde yogales aan peuters en kleuters
Tip 1: geef keuzeruimte aan het kind
Jonge kinderen vinden het soms prettig om eerst eens even te kijken voordat hij zich kan overgeven aan de activiteit. Zorg dat hij of zij de ruimte krijgt. Verplicht de kinderen niet, maar nodig hen uit.
Tip 2: creëer ruimte voor de ideeën van de kinderen
Zorg dat je altijd een aantal yogahoudingen achter de hand hebt. Je kunt kinderen vragen wat of welk dier zij tijdens hun avontuur tegen komen. Zo vergroot je hun betrokkenheid bij het yogaverhaal.
Tip 3: zorg voor herhaling
Zeker als er kinderen in de groep zitten die eerst graag even kijken, is het handig om het yogaverhaal te herhalen. Het kan ook helpen om een vast ritueel te maken van de yogaactiviteit. Deze herhaling en voorspelbaarheid geeft de kinderen een veilig gevoel.
Tip 4: zorg voor een afwisseling tussen actieve en rustige yogahoudingen
Jonge kinderen kunnen minder lang dan volwassenen in een bepaalde houding zitten. Door actieve momenten af te wisselen met een rustmoment, nodig je ook beweeglijke kinderen uit om even tot zichzelf te komen.
Tip 5: gebruik liedjes, versjes of muziek
Met behulp van liedjes en versjes maak je op een speelse manier contact met peuters en kleuters. Vaak gaan zij al spontaan bewegen en meezingen. Het is een fijne manier om kinderen kennis te laten maken met de verschillende bewegingen en yogahoudingen.